Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De [12]edelen der volken zijn verzameld [tot] het volk van den God van [13]Abraham; want de [14]schilden der aarde zijn Godes. Hij is zeer verheven! 12. Of, gewilligen, vrijwilligen, die zich vanzelf aanbieden, volontairen, [gelijk men zegt,] liberalen; welke naam prinsen en edelen gegeven wordt, omdat hun goedhartigheid en liberaalheid betaamt en versiert. Zie Job 12:21. 13. Dat is, welk volk het geloof Abrahams heeft, Rom.4:16; wien God beloofd had dat in zijn zaad alle volken zouden gezegend worden; hetwelk zag op de beroeping der heidenen, waarvan hier ook gesproken wordt. Verg. hfdst.22 vs.28,29,30,31; Ef.2:13,18,19, en Ef.3:6. Of aldus: De edelen der volken zijn verzamelt, [te weten] het volk van den God Abrahams. 14. Dat is, de volkomene, of alle beschutting en bescherming der mensen in het algemeen en van zijn volk in het bijzonder, komt God alleen toe, die de rechte Schutsheer en Beschermer is. Verg. hfdst.89 vs.19; 1 Tim.4:10; die Hij ook aller eer, lof en prijs waardig is. Ook kan men dit verstaan van magistraten en regenten op aarde, die God gesteld heeft om als schilden de gemeente te beschermen. Verg. Hos.4:18. De harten van dezen heeft Hij alzo in zijne hand, dat Hij hen gewillig kan maken om zich tot de gemeenschap van zijne kerk te begeven, gelijk in het begin dezer verzen gezegd is.